De boom van Jesse. Uit het lichaam van de slapende Jesse rijst een boom met op de takken de rijk twaalf koningen van Juda, de voorvaderen van Christus. Helemaal bovenin zit Maria met het Christuskind. De koningen zijn: David, Salomo, Rehoboam, Abia, Asa, Jehosaphat, Joram, Uzziah, Joatham, Achaz. Hezechias en Manasse. Aan weerszijden van Jesse staan twee profeten, waarschijnlijk Jesaja en Jeremia. Links een knielende non in een wit habijt, de stichtster, waarschijnlijk van de Magdalena-orde.